Boro

Flox den Hartog Jager

In de Westerse maatschappij worden we enthousiast van alles dat nieuw is. Niemand heeft verstelplekken in zijn kleren. We weten niet meer hoe we kousen moeten stoppen. Wij zijn zo rijk en de goederen die we kopen zijn zo goedkoop, dat dingen worden weggedaan nog voor ze versleten zijn. Keerzijde van deze mentaliteit is een steeds groter wordende afvalberg.

Boro – Flox den Hartog Jager

Het kan ook anders. Tot ver na de tweede wereldoorlog is het noorden van Japan zo arm, dat men bij het overlijden van iemand ruzie maakt over wie diens kimono mag hebben. De rijkdom van vrouwen wordt niet uitgedrukt in geld, maar in de hoeveel lapjes die ze bezitten. De lapjes worden aan elkaar of op elkaar gezet om kleding en dekens mee te maken. Ieder snippertje stof wordt zorgvuldig bewaard en gebruikt om versleten plekken te repareren.

Boro

Boro is de term die in Japan (en inmiddels ook daarbuiten) wordt gebruikt voor kleren en dekens die vele malen zijn hersteld. Het woord  is afgeleid van boro-boro, hetgeen ‘hersteld’ betekent. Door de gebruikers wordt boro gezien als teken van armoede. Ze schamen zich ervoor. Pas  als de eerste verzamelaar van volkskunst, Chuzaburo Tanaka zich er in de jaren ’60 voor gaat interesseren, komen ze te voorschijn. Hij ziet de liefde waarmee ze zijn gemaakt en doorgegeven en de wonderlijke schoonheid van het handwerk.

boro

Hennep en later katoen

Het gebied waar deze boro vandaan komt – Aomori, in het noorden van Japan – is bitter koud in de winter. Wol is er niet en het gebied ligt zo noordelijk dat er geen katoen – een tropische plant- kan groeien. Dus maken de mensen hun kleding van bastmateriaal en hennep. Linnen van hennep is heerlijk koel in de zomer, maar biedt onvoldoende bescherming tegen de ijzige wind in de winter. Daarom maakt men kleding en dekens van vele lagen stof, die worden doorgestikt, ongeveer zoals bij ons de quilts. Het doorstikken zorgt er tegelijkertijd voor dat de stof sterker wordt en langer meegaat. Hennep en linnen verslijten immers snel.

Als een deel door het vele gebruik gaten begint  te vertonen, wordt het hersteld met een van de vele kleine lapjes. De lapjes worden met de hand en zichtbare rijgdraden op de ondergrond vastgezet in een eenvoudig geometrisch patroon. De ondergrond is vaak indigoblauw, de doorgestikte patronen worden gemaakt met katoenen draad. Het doorstikken is een kunst: doel is de versleten plekken te versterken, maar tegelijkertijd moet de kleding bewegingsvrijheid geven.

Boro

Rond 1900 wordt katoenen stof beter verkrijgbaar in het zuiden en het westen. De middenklasse, die een verbod opgelegd krijgt zich uitbundig te kleden, gaat over op eenvoudige met indigo geverfde katoenen kimonos. Parallel hieraan ontwikkelt zich een nieuwe esthetiek van het subtiele chic – ‘iki’ genaamd. Deze indigo geverfde kimonos worden, nadat ze door de middenklasse in het zuiden zijn afgedankt op drijvende markten (kitamaesen) in de havenplaatsen van het noord-westen verhandeld. De katoenen stoffen worden gebruikt om de bestaande kleding te versterken.

Hergebruik

Het hergebruik gaat ver. Als de kleren zo erg versleten zijn dat ze niet meer te verstellen zijn, worden de stoffen gebruikt om een donja te maken, een deken in de vorm van een kimono, of onderkleding, schorten of sloffen. Door het lange gebruik is de stugge hennep zacht geworden. De stoffen kunnen ook in repen worden gescheurd, waarmee een nieuwe stof wordt geweven, die saki-ori heet. En als dat niet meer gaat, omdat de stof nu echt aan zijn einde is, kun je er altijd nog wel touw van maken.

boro

Alternatieve esthetiek

Boro ontstaan uit schaarste en armoede toont ons een andere zijde, als we ze niet vanuit sociaal-economisch, maar vanuit esthetisch perspectief bekijken. Waar we in het westen waarde hechten aan alles dat nieuw is en rijkdom en luxe zich uit in het ten toon spreiden van zoveel mogelijk en zo duur mogelijke spullen, lijken Japanners daaraan niet te hangen. Uitgaande van het feit dat Japan over weinig grondstoffen beschikt, ontwikkelde men een esthetiek waarin schoonheid van het ontwerp een grotere rol speelt dan hoeveelheid. Het gaat niet om hoeveel je hebt, maar om hoe mooi en hoe goed  het is. Kwaliteit komt boven kwantiteit.  Zelfs de rijken laten alleen het beste zien van wat ze hebben. Het algemene principe is om met zo min mogelijk energie en grondstoffen en door hergebruik zo veel mogelijk mensen te laten participeren in een hogere levensstandaard dan bereikt kan worden door onbedachtzaam om te gaan met beperkte grondstoffen. Luxe wordt gedefinieerd in termen van spaarzaamheid, gestrengheid , eenvoud en tijdloosheid.

Waar wij in het Westen verstelplekken zoveel mogelijk verbergen en proberen onzichtbaar te herstellen, storen de Japanners zich niet daaraan. Gebruik mag gezien worden. Daardoor passen de boro ook zo goed in het Japanse schoonheidsideaal van Wabi-Sabi: de schoonheid van wat versleten is door veelvuldig gebruik. Iets is pas mooi en waardevol als men veel moeite heeft gedaan om het te maken en het lange tijd in gebruik is geweest.

borojas Fabienne Dorsman Rey

Boro is de inspiratie voor veel kunstenaars.
Deze twee
Boro-jassen werden gemaakt door
Fabienne Dorsman – Rey

Meer aandacht voor handwerk en ambacht

Dit schoonheidsideaal wijst ook nu naar de waarde van handwerk. Dat past weer goed in de hernieuwde aandacht en waardering van de Westerse cultuur voor het ambacht, als tegenstroming tegen de globalisering die alle producten een oppervlakkige eenvormigheid geeft. Tegelijkertijd sluit het aan bij de stroming die zich hard maakt voor duurzaamheid en hergebruik en ons bewust maakt  dat de Westerse levensstijl er een van overdaad en verspilling is. Boro laat zien dat er een alternatief bestaat.

Maar er is nog iets dat ons aanspreekt. Boro laat ons zien dat het in het leven niet gaat om rijkdom en bezit, maar om het vinden van je eigen plek in de wereld door je verbonden te weten met je geschiedenis. De kleding, die vele generaties is doorgegeven, maakt de drager vanzelf bewust van zijn geschiedenis. De dekens dragen de sporen van vele geboortes en overlijdens. Ze zijn een bron van familielegenden, een lappendeken van eindeloze verhalen voor het slapengaan.

Boro uit de tentoonstelling Veelzijdeg

Het Veelzijdeg Collectief liet zich ook inspireren door Boro

Boro uit de tentoonstelling Veelzijdeg

Extra

In de zomer van 2017 was ik in Trier. Studenten van de Hogeschool ontwierpen in 1995 een collectie kleding waarin ze sibori technieken gebruikten. Ze werden daarbij ondersteund door het World Shibori Netwerk.  In 2016 voegden ze een collectie met boro kleding toe.  Beide collecties waren te zien in het Stadtmuseum Simeonstift. Bijgaand enige foto’s van deze collectie.

museum Trier
museum Trier
museum Trier