de waarheid

De waarheid

Kunstwerken spreken de waarheid

Kunstwerken geven ons een blik in de tijd dat ze ontstaan zijn. Tegelijkertijd zijn ze echter meer dan een tijdsdocument. Ze spreken ons aan, ook al leven we in een andere tijd of een andere omgeving.

Kunstwerken verwijzen als esthetische vorm altijd naar zichzelf, maar daarnaast spreken ze de waarheid.  Dit doen ze meestal op een wijze die zich onttrekt aan de taal en de ratio. Ze spreken direct het irrationele en onbewuste in ons aan. De informatie die zij belichamen is zodanig dat deze eerder vermoed, ervaren en gevoeld wordt dan dat het duidelijk uitgesproken en uitgebeeld kan worden.  Hun inhoud kan leiden tot heldere kennis, maar ook tot een vermoeden en ervaren van het onbenoembare, het onvertelbare, een verwijzen naar het onzichtbare, waarvan we weten dat het voor ons belangrijk is. En omdat de waarheid niet helder en duidelijk kan worden uitgebeeld, beklijft de kennis die de beelden bevat niet. Zij is er alleen als we onmiddellijk in contact staan met het beeld, maar verdwijnt geleidelijk als we ons daarvan verwijderen – juist omdat het gaat om kennis van het onnoembare of onzichtbare. Later weten we alleen dat we geroerd, beroerd zijn door het werk. De reden waarom is onzegbaar en blijft dus zelfs voor de kijker zelf verborgen.

Zelfkennis maakt wijzer

Het is dus niet gek als we de vraag waarom we iets mooi vinden niet kunnen beantwoorden. Het zijn immers onze gevoelens, emoties en ons onbewuste die on-middellijk worden aangesproken door de waarheid die uit de kunst spreekt. Door ons bewust(er) te zijn van onze eigen voorkeuren, wensen en verlangens kunnen we pogen een antwoord te formuleren. Zelfkennis maakt ons wijzer, net als het luisteren naar wat anderen erover te zeggen hebben.

Daarbij kan een duidelijk beeld van hoe een werk gemaakt is naar mijn idee de magie ervan ontkrachten, hoewel techniek niet hetzelfde is als inhoud. De magie van het ontstaan versterkt de verwondering over de inhoud, misschien juist omdat een kunstwerk altijd onmiddellijk spreekt tot het irrationele en het onbewuste. Is de techniek duidelijk, dan wordt de inhoud in deze onttovering vaak (voor een deel) meegesleurd.

Oefening baart kunst

Komt het omdat de kijker dan denkt: dat kan ik ook of dat zou ik met enige moeite ook kunnen leren? Hoewel al doende steeds weer blijkt dat datgene wat het hoofd denkt met de handen – zeker als ze ongeoefend zijn- steeds moeilijker is dan gedacht. Hoeveel kunstenaars hebben niet kunstwerken uitgedacht, die ze daarna met geen mogelijkheid (op dezelfde wijze) op papier krijgen. Oefening baart kunst. Meestal zijn we van jongs af aan gewend het hoofd te oefenen. Maar in de kunst telt naast inhoud net zo zeer het ambacht: het zijn de handen die geoefend moeten worden.  En met de handen het luisteren naar het onbewuste en intuitieve. Door gewoon aan het werk te gaan en je te laten verrassen door het onverwachte ontstaat een schoonheid die het hoofd niet kan bedenken. De regels worden losgelaten, de handen reageren – niet op het hoofd, maar op datgene wat door hun toedoen ter plekke ontstaat.